EVO – februari 2006

Gevaarlijke stoffen – Februari 2006

Weten waar het gevaar zit

Van een potentiële zone twee is met een béétje kennis van zaken een ‘niet-gevaarlijk gebied’ te maken. Je moet dan wel precies weten waar het gevaar is en hoe je explosies voorkomt. Bij Halfords in Veenendaal mogen de interntransporttrucks overal in de opslag rijden.

Het is altijd de moeite waard om bedrijven waar een ontploffingsrisico bestaat zo in te richten dat het risico op een explosie is weggenomen. Voor magazijnen is veel te bereiken met aanpassing van de toch al noodzakelijke systemen voor ventilatie en brandbestrijding, in combinatie met gasdetectie en een procedure voor opvolging van een gas- of brandalarm.

DUUR

In het centraal magazijn van de retailorganisatie Halfords in Veenendaal kunnen elektrische reachtrucks, pallettrucks en schoonmaakmachines overal rijden, ook in het compartiment waar de verpakkingen met gevaarlijke stoffen in de stellingen staan. Die trucks zijn niet speciaal aangepast. De voordelen daarvan zijn duidelijk. Aanpassen van materieel kost geld.Halfords kreeg een offerte waarbij de reachtrick in ‘Pyroban-uitvoering’, een verwijzing naar een bedrijf dat in opdracht van importeurs materieel aanpast, bijna tweemaal duurder zou zijn dan in de standaarduitvoering. Het zou in de praktijk inhouden dat slechts een enkel voertuig toelating tot dit gedeelte van het magazijn heeft. Nu ligt die beperking er niet.

ONDERZOEK

De mogelijkheid is aangedragen door ingenieursbureau Te Riele, een bureau dat samenwerkt met EVO-Bedrijfsadvies. Voor ‘technisch architect’ Jan te Riele is het steeds de uitdaging om handels- en productiebedrijven zo te ontwerpen da pragmatisch en tegen de laagste kosten aan de eisen van brand- en explosieveiligheid wordt voldaan. Daar hoort voor hem ook bij dat nauwkeurig wordt vastgesteld waar binnen een bedrijf previes een gevaarlijke zone voorkomt en hoe die kan worden opgeheven. Daarmee voldoet een bedrijf dan aan de Europese richtlijnen op het gebied van veiligheid: eerst onderzoeken of het risico is weg te nemen. Als door het treffen van maatregelen een zone twee is veranderd in een ‘niet-gevaarlijk gebied’, dan is er geen noodzaak in die zone speciaal aangepaste werktuigen te gebruiken.

BEPERKTE VERBOUWING

Te Riele heeft geadviseerd bij de verbouwing van het distributiecentrum van Halfords. Lange tijd kon het dc zonder zware aanpassingen de kleine hoeveelheden accu’s, tectylen, antivries, ruitsproeier- en koelvloeistof. Maar met de groei van het aantal winkels nam ook de hoeveelheid WMS-geclassificeerde goederen toe. Bij een controle eind 2002 bleek de hoeveelheid te groot en eiste de gemeente dat de producten uit het pand moesten verdwijnen. Het bedrijf kreeg een week de tijd om de goederen bij een gespecialiseerd opslagbedrijf onder te brengen. Dat bleek in de regio mogelijk, maar er werd al snel besloten te proberen die goederen toch weer in het eigen logistieke centrum terug te krijgen. Uitbesteden van dit deel van de opslag zorgde voor extra transportbewegingen, meer handeling en meer administratie. Al vrij snel na de mededeling van de gemeente is het bedrijf met Te Riele in contact gekomen voor onderzoek naar de voorwaarden voor het terughalen van de producten. Het leidde tot een vrij beperkte verbouwing. Bouwkundig was er alleen de noodzaak van een scheidingswand met een brandwerende deur voor passage van intern transport. Binnen het ‘nieuwe’ compartiment werd verder een kooiconstructie gebouwd die bij een brand de spuitbussen binnen moet houden.

SYSTEMEN

Europese Atex-regel 137 zegt dat de werkgever al het mogelijke moet doen om het personeel te beschermen tegen gevaren van gevaarlijke stoffen. De risico-inventarisatie en de technische zonering op basis van het explosierisico moeten samenkomen in het explosieveiligheidsdocument. In het vooronderzoek stelde Te Riele vast dat de gevaarlijke producten in het assortiment alle een soortelijk gewicht van meer dan 1,2 hebben. Daarmee is de zone met een kast op een explosie op vloerniveau te vinden. Dit bepaalde de richting van de investering in systemen die het gevaar moeten wegnemen. Op enkele plaatsen zijn vlak boven de vloer stationaire gasdetectoren gemonteerd en ook de afzuigopeningen van de ventilatiesysteem bevinden zich op enkele decimeters boven de vloer.

LOGISTIEK

Te Riele onderzocht ook de interne logistiek bij het terughalen van de goederen. ‘Alle producten komen binnen in een gesloten verpakking die aan de UN-eisen voldoet. Boven in het magazijn staan de verpakkingen in bulkverpakking op pallets. Als je met geschoolde medewerkers werkt, waarvan je mag aannemen dat ze weten waar ze mee bezig zijn, is de kans op een vallende pallet niet zo groot. Gebeurt dat toch, dan moet de calamiteitenknop worden gebruikt. Die moet op een goed bereikbare en herkenbare plek zitten’. Een andere handeling in dit deel van het magazijn is dat bulkverpakkingen voor het orderverzamelen worden aangebroken. De consumentenverpakkingen blijven dan dicht. Concreet is het risico van een lekkage dan niet groter dan bij een kleinverpakking die van ‘manhoogte’ valt en daarbij lek zou raken.

SPRINKLER

Gekozen is hier voor een sprinklersysteem voor brandbestrijding, met sprinklerkoppen boven de palletlocaties, legborden als warmtevangers en een zwaar daknet boven de bovenste palletlaag. Nadeel van deze optie is dat een hele palletlaag wordt opgeofferd. Het zijn de consequenties van de eisen die de verzekeraar stelde bij de aanpassingen van het bestaand gebouw. De ketsdoppen van de sprinkler staan in dit magazijn overigens op de buis, zodat schade tijdens de in- en uitslag van pallets wordt voorkomen. De reinwatertank staat op het terrein van de buren, een productiebedrijf dat zelf ook aan zware eisen van brandveiligheid voldoet. Het ‘WMS-compartiment’ is ingericht voor de eerste bluswateropvang, met een overstortluik naar de al langer bestaande laadkuil. Deze keuze bepaalde ook de plaats van het compartiment dat nu direct naast de laadkuil moest worden ingericht, met een overstortluik in de buitenmuur. Te Riele ziet het als een voorwaarde voor het eenvoudig houden van projecten dat elk alarm direct wordt doorgegeven aan de sprinklermeldcentrale. ‘Je moet kunnen waarborgen dat systemen blijven functioneren als de stroom uitvalt. Gasdetectie en het ventilatiesysteem moeten fail-safe zijn uitgevoerd. Komt er een signaal van een lekkage bij de centrale binnen, dan moet eerst iemand met kennis van zaken eerst het aantal lel meten voordat weer met het magazijnwerk mag worden begonnen’.

VEILIGHEID

Hij constateert overigens dat de zorg voor zonering en inventarisatie van risico’s helemaal bij de werkgever is komen te liggen. ‘De veiligheid van opslag van gevaarlijke stoffen is praktisch een zaak geworden van het voldoen aan de arbowetgeving. De brandweer geeft geen goedkeuring meer, maar wil wel weten hoe over de veiligheid is nagedacht. Zij willen ook bij het overleg over de risico-inventarisatie betrokken zijn’. Veiligheid van opslag is nu vooral een zaak van veiligheid op de werkplek en minder een zaak van milieu. Daarmee is het takenpakket van de adviseur veranderd. ‘Je moet de werkgever attenderen op de veiligheidseisen en op situaties waar zijn praktijk niet aan de eisen voldoet. Bij de bouwplannen gaat het nu om het plan van aanpak. Dit zijn de producten en werkmethoden, dit zijn de wettelijke eisen, dit is het plan, dit zijn de gelijkvormigheden met vergelijkbare projecten. Overheid, ben je het daarmee eens? Als de overheid daarop ja zegt, dan kunnen de vergunningaanvragen snel worden afgehandeld’.

Ed Coenen